Reisverslag van Sao Miguel

Naar Capelas

Nadat wij in september 2013 in één week vliegensvlug en varenssnel over vier Azoreneilanden hadden gehopt – Terceira, Faial, Sao Jorge, Pico landden we op de luchthaven bij Ponta Delgada voor een bezoek aan het grootste eiland Sao Miguel.
Onze huurauto bracht ons in een kwartier van deze havenstad aan de zuidkust – ruim veertigduizend inwoners – naar het erboven gelegen, net vierduizend inwoners tellende Capelas aan de noordkust. Van hieruit wilden we dit eiland verkennen, onze belangstelling vooral gericht op de omvangrijke kratermeren. Capelas met voor zijn deur uitstulping Morro das Capelas, uitgeschoven in de oceaan, nodigde uit tot een zilte duik naast de vissershaven. Deze buitenkans haalt het echter niet bij de idyllische haven van Caloura aan de zuidkust, waar je tussen de rotsen in een helblauwe pool kunt watertrappelen.

Ponta Delgada

In Ponta Delgada is aan zwemmen en zonnen meer en vooral modernere vorm gegeven. Onder toeziend oog van life-guards en flanerende boulevardgangers kun je er naast de marina en jachthaven baantjes trekken. Beschut door een promenade bieden diverse restaurants de mogelijkheid om nieuwe energie op te doen.
De hoofdstad kenmerkt zich door kloosters, kerken en paleizen, die tussen de huizen aan menig straatje een zekere charme verlenen. In diezelfde straatjes van de binnenstad kun je gemoedelijk en ouderwets winkelen.
In de vaart der volkeren meegaand beschikt Ponta Delgada over twee shoppingcentra. Parque Atlantico oogt mondain met ruim honderd winkels, een bioscoop met vier zalen en vele restaurants. Het grootste winkelpaleis in het centrum – Solmar – is met zo’n twintig zaken beduidend kleiner. De entree aan de boulevardkant valt op door zijn onopvallendheid.

Zwemmen bij de Marina in Ponta Delgada

 Zwemmen in Ponta Delgada

Kerk Ponta Delgada

 Kerk in Ponta Delgada

De ‘Zeven Steden’

Waar wij op herhaald bezoek gingen, was de plek die zich als Sete Cidades (Zeven Steden) aanduidt. Aan de rand van de schilderachtige kratermeren Lagoa Azul en Lagoa Verde hebben wij het blauw en het groen van de meren bewonderd. De tweeling, verbonden door een brug met zeven bogen, vormt een imposant panorama, vooral vanaf de kraterrand bij uitzichtpunt Vista do Rei.
Sete Cidades is een boerendorpje, waarover talrijke mythen en legenden de ronde doen. Een verhaal gaat over ‘blauwe’ tranen van de prinses, geplengd vanwege haar door de koning verboden liefde voor een herdersjongen. In hun laatste, heimelijke ontmoeting huilde de herder ‘groene’ tranen. Hun verdriet was zo groot, dat hier twee meren werden gevuld: het blauwe en het groene.

Lagoa do Fogo

Kratermeer Lagoa do Fogo ligt in Serra de Agua de Pau op 610 meter hoogte. Het biedt een wat wildere natuur. Bij mooi weer valt het kleurenspel op. Het lichtgroene meer, witgeel zandstrand, geelgroene weiden en bossen, en daarbij het blauw van de oceaan aan de horizon. Hier is het fraaiste panorama vanaf Pico da Barrosa op 947 meter hoogte.
Van een wandeling door het gebied vol beschermde vogels hebben wij afgezien. In de zomer schijn je zelfs rond het gehele meer te kunnen lopen. Sommigen nemen dan een duik, anderen doen alsof zij bij de pedicure op bezoek zijn. Ze trekken hun wandelschoenen en sokken uit, en gebruiken steenbrokken om hun voeten te behandelen.

Halverwege Ribeira Grande en Lagoa do Fogo stootten we op een waterval tussen bijzonder veel groene vegetatie, waaronder reuzenvarens en palmbomen. Caldeira Velha is de naan, een plek met lauwwarme waterbekkens. Wij mochten van in de overweldigende natuur passende houten badhokjes gebruik maken, maar hadden geen zwemkleding bij ons. Water op lichaamstemperatuur kan niet onaangenaam zijn, een niet te versmaden kans die aan onze lijven voorbijging.

Sete Cidades

 De ‘Zeven Steden’ – Sete Cidades

Lagoa do Fogo

 Lagoa do Fogo

Caldeira Velha

 Caldeira Velha

Badhokjes

 Badhokjes Caldeira Velha

Furnas

Ook het dal van Furnas staat geregistreerd als een beleefd hoogtepunt. Overal kom je er exotische bomen tegen en hete bronnen bieden ook hier de kans op een warm onthaal. Furnas – vijftienhonderd inwoners – oogt als een mengeling van kuuroord en ingeslapen boerendorp. Dampende fumarolen – Caldeiras – prikkelen je reukorgaan. Wij troostten ons met de uitspraak van Mark Twain: ‘Alleen voor zondaars is de geur van zwavel niet onaangenaam’. Misschien wel daarom hebben wij ook geen duik in het bruine theewater van het Terra Nostra Park genomen, hoewel het park zelf met ontelbare bomen en planten van over de hele wereld een van de mooiste van de hele Azoren is. Zo’n duik zou zonde van onze badkleding zijn geweest.

Furnas

 Hete bronnen Furnas

Termas de Ferraria

 Termas de Ferraria

Termas de Ferraria

We hebben in een week veel kunnen bekijken. In het besef dat je niet alles kunt zien, willen we toch nog enkele aangename ervaringen vermelden. Aan de westkust daalden we bij Ginetes een bochtig steil serpentineweggetje af om de zwarte lavakust van kaap Ponta da Ferraria te bereiken. Hier zijn sinds een paar jaar de Termas de Ferraria weer tot leven gewekt. De bulderende oceaan beukte hier de kust, reusachtige golven sloegen er kletterend op stuk en fonteinen spoten uit onderaardse gangen omhoog. Zwemmen in zee is een levensgevaarlijke uitdaging, in het tussen de rotsen aangelegde, omheinde zwembad is het veilig. Voor vijf euro entreegeld blijf je in het zoute water gegarandeerd drijven.

Thee op de Azoren

Tussen Sao Bras en Lomba da Maia aan de noordkust gingen we niet aan de theeplantage Chá Gorreana voorbij, maar aan de achterkant naar binnen. Door het ideale microklimaat telde de noordkust van Sao Miguel ooit 62 plantages. Vóór de Tweede Wereldoorlog was thee-export een sterke economische pijler. Toen de internationale scheepsverbindingen stil vielen, zakte de teelt in. Na de oorlog belemmerden luis en schimmels de fabricage. Van alle theefabrieken hield slechts eentje stand: Plantacoes de Chá Gorreana. Hier werd in 1883 de eerste kilo geproduceerd, nu bedraagt de oogst liefst vijftig ton per jaar. En dat onder uiterst ‘ouderwetse’, maar gemoedelijke omstandigheden. Medewerkers bedienen overjarige Engelse machines, dragen gevulde plastic manden op hun schouders en staan ondertussen de door de fabriek wandelende toeristen op hun gemak te woord. ‘Modern Times’ tijdens onze vakantie, een genot om in de fabrieks-‘kantine’ van een heerlijk kopje Oranje Pecco te proeven.

Theeplantage

 Theeplantage op Sao Miguel

Medewerker theeplantage

 Medewerker theeplantage

De patatjes waren op

Terugrijdend van een bezoek aan het plaatsje Nordeste ontdekten we een kleine kilometer ten westen van Achada het rivierdal Ribeira dos Caldeiroes. Een prachtig stukje natuur, hoewel het ook een beetje ‘kitscherig’ aandeed. Watervallen, watermolen, snackbar, souvenirwinkel en sanitair liggen er door een wandelpad aaneengesmeed verstopt. Wij troffen het aan de ene kant met slechts een handjevol bezoekers, waardoor de serene rust alleen door het neerkletterende water werd besproeid. Aan de andere kant hadden we pech: de patatjes waren op. Terwijl we tussen de middag zo’n lekkere trek hadden. Eenmaal terug op onze thuisbasis vergoedde een smakelijke vismaaltijd veel.

De Azoren, we maakten een reis die ons enorm kon bekoren.

Waterval Ribeira dos Caldeiroes

 Waterval Ribeira dos Caldeiroes

Tekst: Peter Samuel, Limmen
Foto’s: Erna Heersema & Peter Samuel, Limmen